Jan Wouter ten Cate, bij velen bekend als JW, werd op 2 mei 1939 in Amsterdam geboren in een gezin van in totaal vier kinderen. Zijn vader Gerrit ten Cate was anatoom en embryoloog.
Die kreeg kort na de tweede wereldoorlog een hersenbloeding door een gebrek aan bloedplaatjes waardoor hij zijn wens om internist te worden moest opgeven en zich op de klinische wetenschap ging storten. Jan Wouter was op 14-jarige leeftijd bij diens promotie aanwezig en dat heeft diepe indruk op hem gemaakt. Zijn vader heeft vervolgens een jaar lang op een beurs van de Amerikaanse en Nederlandse regering langs universiteiten in de VS gereisd en daar veel ervaring opgedaan. Na zijn terugkomst kwamen er veel Amerikaanse wetenschappers bij hem thuis, doorliep hij diverse stages en werd benoemd tot hoogleraar/directeur van het laboratorium voor Anatomie en Embryologie in Utrecht.
Hij overleed op 56-jarige leeftijd aan de gevolgen van een longembolie. Ik schrijf dit zo uitgebreid omdat dit de achtergrond is van de wetenschappelijke nieuwsgierigheid, aanpak van uitzenden van zijn discipelen naar het buitenland en interesse in de bloedstelping (hemostase) van Jan Wouter.